3.2.8 EMU-saldo
Het EMU-saldo geeft het verschil aan tussen alle inkomsten en uitgaven van de overheid in één jaar. Dit saldo wordt berekend volgens de regels van de Economische en Monetaire Unie (EMU). Deze regels zijn vastgelegd in het Verdrag van Maastricht uit 1992.
Het EMU-saldo geldt voor het hele land, dus voor de Rijksoverheid én voor de decentrale overheden, zoals provincies, gemeenten en waterschappen. Volgens de Europese regels mag het tekort van een land niet hoger zijn dan 3% van het bruto binnenlands product (bbp) . Op die manier wil men zorgen voor sterke en stabiele overheidsfinanciën binnen de Europese Unie.
Hoewel het EMU-saldo vooral op landelijk niveau wordt gebruikt, moeten gemeenten volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) ook een raming van het EMU-saldo opnemen in hun begroting en jaarstukken.
EMU-saldo is geen sturingsmiddel voor gemeenten
Voor gemeenten is het EMU-saldo geen sturingsmiddel. Dit komt doordat het EMU-saldo wordt berekend op basis van het kasstelsel: er wordt gekeken naar geldstromen die daadwerkelijk in een bepaald jaar binnenkomen of uitgaan. Gemeenten werken echter met het baten-lastenstelsel. Hierbij tellen de inkomsten en uitgaven mee die horen bij dat jaar, ook als het geld op een ander moment wordt ontvangen of betaald.
Hierdoor kan het voorkomen dat een sluitende begroting toch leidt tot een negatief EMU-saldo. Dit verschil ontstaat bijvoorbeeld als de gemeente investeert en deze uitgaven dekt uit reserves. In het baten-lastenstelsel telt dit niet als tekort, maar in het EMU-saldo wel.
Conclusie
De gemeente geeft het EMU-saldo verplicht weer in de begroting. Het is echter belangrijk om te benadrukken dat dit cijfer niet bepalend is voor het financiële beleid van de gemeente. De sturing gebeurt op basis van een structureel sluitende begroting en meerjarenraming volgens het baten-lastenstelsel.
bedragen x € 1.000 | ||||||
EMU-saldo | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | ||
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |||
1. | (+) | Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c). | 152 | 462 | -403 | -38 |
2. | (-) | Mutatie (im)materiële vaste activa | 1.149 | 7.033 | 1.490 | -984 |
3. | (+) | Mutatie voorzieningen | -63 | -300 | 195 | 191 |
4. | (-) | Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | -1.081 | -1.346 | -5.014 | -467 |
5. | (-) | Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en (im)materiële vaste activa | 0 | 0 | 0 | 0 |
Berekend EMU-saldo | 21 | -5.525 | 3.316 | 1.604 | ||
bedragen x € 1.000 | ||||||
EMU-saldo referentiewaarde | ||||||
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |||
EMU-saldo volgens berekening | 21 | -5.525 | 3.316 | 1.604 | ||
EMU-saldo referentiewaarde | -1.526 | -1.526 | -1.526 | -1.526 | ||
EMU-saldo blijft onder referentiewaarde | 1.547 | 4.842 | 3.130 | |||
EMU-saldo overschrijdt referentiewaarde | -3.999 | |||||
